Nu verkrijgbaar in uw boekhandel.
ISBN 978 90 445 1937 2
In het levendige Loven (het tegenwoordige Leuven) van halverwege de achttiende eeuw levert de onderlaag van de bevolking elke dag een strijd om het bestaan. Dat geldt ook voor Louise en haar blinde vader. Als de man sterft, is Louise vastberaden een rijker leven voor zichzelf te creëren. De prostitutie lonkt, en haar ambitie werpt zijn vruchten af. Totdat een nieuw obstakel om overwinning vraagt.
Fragment:
Er was iets aan zijn gezichtsuitdrukking dat mij vertelde dat er niemand in dit lichaam huisde. Het was leeg. Opgebruikt. Onder zijn dunne huid sluimerde de dood.
Het was zover. Hij had erop gewacht, en eindelijk was het zover.
Met mij gebeurde er niets. Van zijn ogen was ik geschrokken, maar er kwam geen verdriet. Omdat mensen vaak huilen om een sterfgeval, forceerde ik tranen. Mijn wangen bleven droog, dus besloot ik niet te huilen. Ik trok het deken tot tegen zijn kin en even, heel even, dacht ik hem stilletjes te horen snurken. Met mijn hoofd op zijn schouder die zijn warmte begon te verliezen, fluisterde ik: ‘Ik heb u hore ronke, vake, ik heb u gehoord. Slaapwel, vake.’
Heel erg bedankt voor dit boek. De laatste dagen heb ik samen met Uw Louise doorgebracht in 18e eeuws Loven, tot in mijn dromen toe. Ik heb met haar gehuild (waarschijnlijk iets vaker dan zijzelf, sterk als ze is) en met haar gehoopt. Alleen heb ik nog niet zo waardig afscheid van haar kunnen nemen als dat zijzelf afscheid nam van haar leven. Alexander zal ik ook missen. Ik vrees dat ik u niet zal kunnen verleiden om meer over hem te schrijven? Hij was voor mij een van de meest intrigerende bijpersonages die ik ooit ontmoette. Maar nogmaals: bedankt voor uw verhaal. Ik heb ervan genoten.