De pijn werd meteen gesmoord door adrenaline. Eens mijn arm uit zijn muil was bevrijd, schatte ik de schade in. De snijtanden hadden diepe kuilen veroorzaakt, rood en geel tegelijk. Ik had nog nooit zo diep in mijn vlees gekeken. Mijn duim en wijsvinger bewogen nog, maar de rest van mijn vingers werd gevoelloos.
Achter mij wierp een man zijn volle kracht op de leiband van de Deense Dog. Ik stond daar, naar mijn vingers te kijken, en dacht: ‘Fuck, dat hand heb ik nodig om te schrijven.’ Met die gedachte vluchtte ik de keuken in.
Onze aard is nooit duidelijker dan in onze helderste momenten.
Bedankt, Balou.