Elle Magazine over De lichtekooi van Loven:
‘Madame Delvaux, wie ze ook was en waar ze zich ook bevond, werd nooit door mij benijd. Ik had medelijden met haar. Hele lentes en zomers bracht die vrouw alleen door in een groot huis, terwijl haar man in Robinson Crusoë las met een hoer uit Loven, die dan elke nacht warm tegen het lichaam lag dat zijzelf goed kende.’
Ineke Vander Aa (27) schrijft zoals ze leeft: met lef en verfrissend anders. Geboren en getogen in de bossen van Vlaams-Brabant trok Ineke drie jaar geleden naar de woestijn van Arizona om er wolfshonden te trainen. In haar koffer zaten toen al fragmenten van haar debuut dat nu in de winkel ligt. De 500 pagina’s dikke roman beschrijft in weelderig Vlaams hoe de 18de-eeuwse Louise op haar dertiende haar maagdelijkheid verkoopt voor een fles brandewijn en zich daarna opwerkt van straathoertje tot courtisane. Een meeslepend verhaal in de beste romantische traditie, maar wel met een rauw gerafelde rand. Filosofische bespiegelingen staan naast onfrisse details over syfilis, de tering en moord.
Soms wist ik het niet goed bij het lezen: heb jij nu een romantische ziel of een dirty mind?
“Ik heb ze allebei, denk ik, zoals de meeste mensen. Al zal niet iedereen dat toegeven. Een romantische inborst, dat is in onze maatschappij geaccepteerd. Ik vind dat je even goed mag toegeven dat we allemaal een portie dierlijke instincten hebben. Dat heb ik geleerd door veel met dieren te werken: hun emoties en driften zijn voor mensen zo herkenbaar.”
Je wekt het Leuven van 300 jaar geleden op een bonte manier terug tot leven. Was dat moeilijk?
“Ik heb veel zelfstudie gedaan. Ik had een beeld van een eenzaam 18de-eeuws meisje in mijn hoofd en ik wou weten wat ze at, hoe ze zich kleedde, waarover ze zou denken. Dat soort dingen vind je niet in universitaire cursussen. Ook mijn verhuis naar Arizona verscherpte mijn perspectief op Leuven. Vanuit de woestijn zag ik goed het unieke van Europa’s oude steden. De afstand hielp me begrijpen wat ik moest benadrukken in de beschrijvingen en sfeertekening.”
Je koos een hoer als hoofdpersonage. Was je bang voor clichés?
“Louise en ik staan mijlenver van elkaar. Ik zou haar leven nooit aankunnen, maar ik bewonder haar wel. Prostitutie is geen gemakkelijk onderwerp maar het boeit ook door het taboe er rond. Zeker in historisch perspectief: hoe was het om hoer te zijn in tijden van gebrekkige hygiëne? Ik heb best begrip voor de ‘ieder voor zich’-moraal van de hoertjes onderling. Als je moet vechten om te overleven, zijn bepaalde vormen van egoïsme een gezonde reflex.”
– Barbara Demunnynck